Sinds een jaar heb ik een nieuwe opdrachtgever: de VR-bieb uit Leeuwarden, een bedrijf die zich bezig houdt met het ontwikkelen van virtual reality films voor met name de gezondheidszorg. Een aantal van deze films gaan over het aanleren van protocollen en gestandaardiseerde handelingen, maar daarnaast maakt de VR-bieb ook veel films die bedoelt zijn om zorgmedewerkers inzicht te geven in complexe communicatie (bijvoorbeeld met de familie van zorgbehoevenden) of in de belevingswereld van cliënten. En die laatste categorie is voor mij heel interessant.
Films die de speler ‘een kijkje in het hoofd van iemand anders’ geven raken aan theater. Er is immers een grote rol weggelegd voor de verbeeldingskracht en het inlevingsvermogen van de speler; kwaliteiten die typisch zijn voor wat we in het theater met ons publiek doen. Dus om films te mogen schrijven en regisseren die virtual reality combineren met storytelling en fantasie: tja, dat was iets wat ik niet kon laten lopen.
Tot nu toe heb ik twee films voor de VR-bieb geschreven en geregisseerd. In ‘omgaan met dementie’ duikt de speler in de belevingswereld van iemand met dementie. Je ervaart hoe het is als je jouw eigen waarnemingen niet meer kunt vertrouwen. Hoe het is als onbekende mensen ineens doen of ze je kennen? Of de ruimte om je heen steeds verandert? Wat doet het met je als je omgeving sociale codes hanteert die je niet (meer) kent? En tegelijkertijd bemerk je het verschil wanneer die omgeving wél geduldig met je omgaat. Als mensen de tijd voor je nemen. Moeite doen om contact te maken.

De tweede film ging over het ervaren van een psychose. Een lastig en complex onderwerp, maar daarom des te boeiender. In deze film kruip je in de huid van iemand die in een psychose belandt. Paranoia en extreme stemmingswisselingen spelen een grote rol, net zoals het idee dat jij nog normaal bent, maar je omgeving niet. De film was gebaseerd op een daadwerkelijke ervaring die één van de adviseurs van de film ooit mee had gemaakt: het idee dat de hele wereld jouw kind iets aan wil doen. Het was een complexe film om te maken, met een dertienjarige actrice in de rol van de dochter, een oudere actrice als haar moeder en twee agenten van de politie Oost-Nederland als optredend politiekoppel.
Filmen in VR brengt extra moeilijkheden met zich mee. Om technische redenen kunnen scenes niet veel langer zijn dan 2 minuten, hetgeen voor behoorlijke dramaturgische uitdagingen zorgde. En omdat de VR-camera 360 graden om zich heen filmt kun je als acteur niet ‘buiten beeld’ komen, tenzij je de ruimte verlaat. Je bent altijd in beeld (al kun je als regisseur door allerhande trucs natuurlijk de blikrichting van de speler wel sturen). De crew werkt vanaf een andere ruimte, en als regisseur kun je niet even ‘achter de camera’ kruipen. Een werkwijze waar ik in het begin erg aan moest wennen.
Maar het resultaat mag er zijn. Twee mooie, indrukwekkende films van ongeveer 15 minuten, die bij de speler een gevoel van beklemming en ongemak veroorzaken (precies wat we wilden bereiken), maar die ook inzicht geven op effectieve strategieën om met deze mensen om te gaan. Trainen, schrijven, regisseren… alles kwam bij elkaar bij het maken van deze films.
